Matteüs 21, 23-27

Matteüs 21, 23-27: De bevoegdheid van Jezus

(Marcus 11, 27-33 // Matteüs 21, 23-27 // Lucas 20, 1-8)



De tekst

’Bijbel in gewone taal’

(Deze Bijbeltekst komt uit de Bijbel in Gewone Taal, © Nederlands Bijbelgenootschap 2014, p. 1558-1559)

Jezus was in de tempel. Daar gaf hij de mensen uitleg over God. Toen kwamen de priesters en de leiders van het volk naar hem toe. Ze zeiden: ‘U doet alsof u alles mag! Maar wie heeft u dat recht gegeven?’
Jezus antwoordde hun: ‘Ik heb eerst een vraag voor jullie. Johannes de Doper doopte mensen. Deed hij dat uit zichzelf of in opdracht van God? Als jullie mij antwoord geven, dan zal ik jullie antwoord geven.’
De priesters en de leiders van het volk overlegden met elkaar. Ze zeiden: ‘Stel dat we zeggen: ‘Johannes doopte in opdracht van God.’ Dan zegt Jezus natuurlijk: ‘Waarom geloofden jullie hem dan niet?’ Maar stel dat we zeggen: ‘Johannes doopte uit zichzelf.’ Dan komen we in moeilijkheden. Want het hele volk gelooft dat Johannes een profeet van God is.’ Daarom antwoordden ze: ‘We weten het niet.’ Toen zei Jezus: ‘Dan zeg ik ook niet wie mij het recht gegeven heeft om deze dingen te doen.’



Dichter bij de tijd

(Bewerking: C. Leterme)

Toen Jezus naar de tempel ging en daar onderricht gaf,
kwamen de hogepriesters en de oudsten van het volk naar Hem.
Ze vroegen: ‘Met welke bevoegdheid doe Je dit?
En wie heeft Je die bevoegdheid gegeven?’
Jezus antwoordde:
‘Ik zal jullie ook een vraag stellen, en als jullie die beantwoorden,
zal Ik je zeggen met welke bevoegdheid Ik dit doe.
In wiens opdracht doopte Johannes?
Kwam die opdracht van de hemel of van de mensen?’
Ze overlegden met elkaar en zeiden:
‘Als we antwoorden: “Van God”,
dan zal Hij tegen ons zeggen:
“Waarom hebben jullie hem dan niet geloofd?”
Maar als we zeggen: “Van de mensen”,
dan krijgen we moeilijkheden,
want Johannes is een profeet voor het volk.’
Dus gaven ze Jezus als antwoord: ‘We weten het niet.’
Daarop zei Hij tegen hen:
‘Dan zeg Ik u ook niet
met welke bevoegdheid Ik dit doe.’



Stilstaan bij …

Hemel
Het respect dat de joden hadden voor God, was zo groot dat ze zijn naam of een rechtstreekse verwijzing naar Hem niet wilden gebruiken. Daarvoor gebruikten ze dan woorden als: ‘hemel, ‘engel’ …





Bij de tekst

Schijngelovigen

Het antwoord dat de joodse autoriteiten geven op de vraag van Jezus (‘In wiens opdracht doopte Johannes?') ontmaskert hun schijngelovigheid.






Bijbel en kunst

R. STADLER

Vraagteken (2009)

5 Gdansk RobertStadler

(Installatie in de Sint-Janskerk, Gdansk, Polen)


De Oostenrijkse ontwerper Robert Stadler (1966 - ) woont sinds 2000 in Parijs.

Wanneer men in het midden van de kerk staat, laat deze installatie een vraagteken zien. Dat kan verwijzen naar het grote vraagteken dat God is, het kan ook de vraagtekens oproepen bij wie Jezus van Nazaret geweest is.




Suggestie
Vooraf
Zorg voor zeven grote witte ronde papieren.



Verloop
De deelnemers verwoorden alle vragen die ze hebben ivm God, Jezus, Heilige Geest, Kerk, Maria, hemel, verplichtingen …
Groepeer deze vragen in zeven onderwerpen die de deelnemers zelf bepalen. De vragen worden per onderwerp op de witte ronde papieren genoteerd.

Daarna worden de witte ronde papieren op een paneel geschikt zodat ze een vraagteken vormen (zie: installatie).



TIP
Wanneer een bepaalde vraag aan bod komt tijdens een les, een catechesemoment, een preek … wordt het blad met de vragen omgedraaid zodat alleen nog een witte schijf te zien is. Op het einde van een jaar zou alleen nog een paneel mogen te zien zijn met zeven witte schijven op.